Telefonische bereikbaarheid: 053/85.98.98
Ma. tot don.:van 9u30 tot 12u00 en van 14u00 tot 16u30
Vrij.: van 9u30 tot 12u00 en van 14u00 tot 15u30
BTW BE 0439.913.806 | RPR - Gent, afdeling Dendermonde
KBC: 736-0308716-28 | IBAN: BE26 7360 3087 1629
info@axisfinance.be |
Els en Bob zijn getrouwd. Voor haar huwelijkscadeau heeft Els indertijd van haar ouders een bouwgond gekregen waar zij samen op gebouwd hebben.
Helaas is hun relatie op de klippen aan het lopen. Bob heeft al een paar keer naar zijn hoofd gekregen: 'Naar uw huis zult ge kunnen fluiten want dit is gebouwd op mijn grond en is dus van mij'.
Bob maakt zich hier echt zorgen rond aangezien hij mee de woning heeft afbetaald maar loopt het allemaal zo'n vaart?
Waar Els op doelt is het recht van natrekking: 'Alles dat je op iemands grond bouwt wordt automatisch van de grondeigenaar'.
Met andere woorden: door het recht van natrekking is de woning eigendom geworden van Els.
Dit betekent onder andere dat, wanneer Els mocht komen te overlijden, Bob enkel vruchtgebruiker zal worden van de gezinswoning en het erin aanwezige huisraad en dat de blote eigendom naar de kinderen zal gaan.
Indien zij scheiden zal Els eigenaar blijven van de grond én het huis.
Bob heeft dus een groot probleem. Of niet?
Het is logisch en rechtvaardig dat de wetgever uiteraard rekening gehouden heeft met het feit dat dergelijke situaties zich zouden kunnen voortdoen.
Daarom heeft hij, voor koppels die getrouwd zijn onder het wettelijk stelsel, de vergoedingsrekening voorzien.
Dit systeem zorgt ervoor dat de partner die een voordeel krijgt voor zijn eigen vermogen ten koste van het gemeenschappelijk vermogen, hiervoor een vergoeding moet betalen aan de gemeenschap.
Wij verduidelijken aan de hand van cijfers.
De grond van Els is € 100.000 waard. Doordat zij deze heeft verkregen als gevolg van een schenking is dat een eigen goed. De woning, die € 300.000 heeft gekost, is echter gefinancieerd via een banklening die terugbetaald is met inkomsten uit hun beider loon. Deze inkomsten zijn gemeenschappelijk. Els verkrijgt dus een woning van € 300.000 waarvoor zij niet persoonlijk (via haar eigen vermogen) betaald heeft.
Gevolg: bij een echtscheiding zal zij € 300.000 moeten betalen uit haar eigen vermogen aan de gemeenschap (waarbij ze 50% terugkrijgt bij de verdeling).
Het huis (de stenen) die blijven echter haar eigendom.
Het zou uiteraard beter geweest zijn dat Els en Bob dit op voorhand hadden geregeld zodat veel onnodige ruzie en wantrouwen zou vermeden zijn.
Er zijn diverse oplossingen voor dergelijke situatie maar wij beperken ons tot de juridisch meest sluitende die bovendien ook de meeste zekerheid aan beide partners: de wijziging van het huwelijkscontract.
Wij horen het u zo al zeggen:' Maar wij hebben geen huwelijkscontract!'
Door het feit dat u niet expliciet een huwelijkscontract heeft laten opmaken ten tijde van uw huwelijk heeft u gekozen voor het wettelijke stelsel. Via de notaris kan hieraan op een goedkope manier een kleine wijziging worden aangebracht.
Wat moet er gebeuren? De oplossing is heel eenvoudig: de grond moet in de gemeenschap worden ingebracht. Eigenlijk geeft Els op die manier gratis aan haar partner de helft van haar grond want bij een overlijden van Els krijgt Bob nu de helft van de grond en het huis in volle eigendom en de andere helft in vruchtgebruik.
Het is dan ook logisch dat Els zal wensen dat er voldoende veiligheidsclausules worden ingebouwd voor het geval van:
Krijgt u als echtpaar te maken met een situatie waarbij er gebouwd wordt op de grond van een van de partners en u wenst dat de woning gemeenschappelijk is, breng de grond dan in in de gemeenschap.
Vergeet echter niet de nodige beveiligingsclausules die u moeten toelaten om deze er terug uit te nemen wannneer u dit wenselijk acht.