Telefonische bereikbaarheid: 053/85.98.98
Ma. tot don.:van 9u30 tot 12u00 en van 14u00 tot 16u30
Vrij.: van 9u30 tot 12u00 en van 14u00 tot 15u30
BTW BE 0439.913.806 | RPR - Gent, afdeling Dendermonde
KBC: 736-0308716-28 | IBAN: BE26 7360 3087 1629
info@axisfinance.be |
Onlangs las ik in een lezersbrief in de krant: 'Ik beleg al mijn geld in spaarboekjes'.
Ik vond dit een heel rare uitdrukking: 'beleggen' en 'spaarboekje' zijn immers twee begrippen die ik niet in een en dezelfde zin zou verwachten, eenvoudigweg omdat ze weinig of niets met mekaar te zien hebben.
Wanneer ik het woord 'spaarboekje' hoor dan is het eerste dat bij mij opkomt: 'geld verliezen' en wanneer ik het woord 'beleggen' hoor dan denk ik direct aan 'risico'.
Laat mij dit even toelichten:
1. Met een spaarboekje verlies ik geld.
Vandaag krijg je op een spaarboekje ongeveer 0.5% - 0.75%. Ondertussen wordt alles echter duurder. Men noemt dit inflatie. Het percentage hiervan was voor januari 1.136%.
Dit betekent concreet: het winkelmandje van € 100 dat ik vandaag kan kopen met mijn € 100 spaargeld kan ik binnen een jaar niet meer kopen omdat het dan € 101.14 zal kosten terwijl mijn € 100 spaargeld maar gestegen is tot € 100.5 - € 100.75.
U heeft dus effectief geld verloren, u bent armer geworden. Als we kijken naar het bedrag dat momenteel op spaarboekjes staat dan kan het niet anders (denk ik) of de meeste mensen snappen dit niet.
2. Dus ga ik beleggen.
Hiermee kom ik op mijn tweede bedenking: beleggen is risico. Ook dit zet ik even in het vet omdat dit ook iets wat blijkbaar weinig mensen beseffen.
Even een kleine test: uw frank is gevallen dat uw centen niets - of minstens 'te weinig' - opbrengen op een spaarboekje en u gaat met uw € 100 naar de bank. Daar zegt een vriendelijk mevrouw tegen u: 'Mijnheer/Mevrouw, wij hebben hier drie schitterende producten die gemiddeld 6%, 4% en 2% opbrengen? Waarop wilt u inschrijven?'
Het is toch duidelijk dat 99.99% procent van de mensen zullen zeggen 6%?
De 0.1% zullen echter de juiste vraag aan die mevrouw stellen: 'Mevrouw, welk risico gaat daarmee gepaard?' Ervan uitgaande dat u een geschoold iemand voor u hebt zal die antwoorden: 'Wel Meneer/Mevrouw, bij de 6% hoort een standaardafwijking van 9, bij de 4% een standaardafwijking van 6 en bij de 2% een van 4.
Laat ons even eerlijk zijn: dit is Chinees.
Daarom herformuleren wij even in verstaanbare taal wat die mevrouw zegt: 'Meneer/mevrouw, ik kan u met 95% zekerheid zeggen dat uw € 100 volgend jaar zal liggen tussen:
Gaat u nu nog voor de 6%-belegging? Bovendien is er 5% kans dat het nog wel eens slechter zou kunnen uitdraaien.
De bankbediende die diverse professionele verkoopstrainingen achter de rug heeft, heeft uw aarzeling natuurlijk direct door en gaat over op plan B:
'Mijnheer, Mevrouw, waarschijnlijk bent u bang dat u effectief geld zou verliezen? Daarom kan ik u ook één van onze topproducten aanbieden: 'Een belegging waarbij u binnen 3 jaar in de huidige context 2.25% rendement heeft maar waarbij u in het beste geval ook 6% kan hebben en in het slechtste geval uw € 100 terug.
Dit is wat u zocht nietwaar? Binnen 3 jaar is uw € 100 normaal gezien € 102.25, het kan zelfs € 106 zijn en in het slechtste geval € 100.
Beste lezers, helaas moeten wij u weer ontgoochelen: hier wordt u niet één keer gejost maar vier keer.
Fout nummer 1: koopkracht.
Aan een inflatiepercentage van 1.136% moet uw geld binnen 3 jaar minstens € 103.45 waard zijn. Als u € 100 gegarandeerd terugkrijgt binnen 3 jaar heeft u € 3.45 effectieve koopkracht verloren.
Fout nummer 2: perceptie.
De bediende geeft u drie mogelijkheden: 0% winst - 2.25% - 6%.
Nu hebben wij als mensen de natuurlijke reflex om, wanneer ons verschillende opties gegeven worden, daar eenzelfde kans aan toe te kennen. Met andere woorden: wij lezen bovenstaande als: 'Wij hebben 1/3de kans dat het 0% is, 1/3de kans dat het 2.25% is en 1/3de kans dat het 6% wordt.
Zo zit echter de financiële wereld niet in mekaar. De echte kansverhouding zal waarschijnlijk meer zijn: 20% kans dat het 0% is, 75% kans dat het tussen 0% en 2.25% zal zijn en 5% kans dat het tussen 2.25% en 6% zal zijn.
Is uw euforie al een beetje gezakt?
Fout nummer 3: mensen kunnen niet rekenen.
Hier gaan in ieder geval de banken van uit.
Is 2.25% immers niet gelijk aan 3 x 0.75%, zijnde het rendement van een risicovrij spaarboekje?
Neen beste lezers, dat is niet zo. En de reden is heel eenvoudig: na 1 jaar heeft u op uw spaarboekje 100.75% en deze € 0.75 brengt vanaf jaar 2 ook interest op. Na 3 jaar zou u op uw spaarboekje € 102.27 gehad hebben of anders gezegd: 2.25% op 3 jaar stemt overeen met een jaarlijks rendement van 0.74% wat lager is dan 0.75% op uw spaarboekje.
Fout nummer 4: de truuk van de gestructureerde producten.
Lees nog even het voorstel van de bank zoals het hoort: 'Wij garanderen dat u binnen drie jaar minstens uw kapitaalinleg (€ 100) terug krijgt.'
Dat is de enige zekerheid die u heeft. Al de rest dat wordt afwachten.
Laat ons nu eens kijken hoe een bank werkt: zij gaat berekenen hoeveel zij vandaag van uw € 100 moet aan de kant zetten om u binnen 3 jaar € 100 te kunnen terugbetalen tegen het tarief van een risicovrije belegging (het tarief van uw spaarboekje 0.75%!)
En hoeveel blijkt dit te zijn: € 97,78.
Zij weet dus met 100% zekerheid dat, wanneer zij € 97.78 vandaag vastzet tegen 0.75%, zij binnen 3 jaar € 100 zal hebben.
Gevolg: zij beschikt over een budget van € 2.22 om ongebreideld mee te spelen en risico's te nemen. Verliest zij alles dan krijgt u uw € 100 weer, wint zij daar € 20 mee dan krijgt u daar € 6 van.
Leuk nietwaar?
Heb ik hierboven gezegd dat banken bedriegers of dieven zijn? Helemaal niet beste lezers. Als er al een schuldige in dit ganse gebeuren is dan bent u het zelf.
En waarom is dit zo?
Omdat het ideale klantprofiel van een bank er als volgt uit ziet (in volgorde van belangrijkheid):
Wij kijken alvast uit naar de leuke reacties.