Telefonische bereikbaarheid: 053/85.98.98
Ma. tot don.:van 9u30 tot 12u00 en van 14u00 tot 16u30
Vrij.: van 9u30 tot 12u00 en van 14u00 tot 15u30
BTW BE 0439.913.806 | RPR - Gent, afdeling Dendermonde
KBC: 736-0308716-28 | IBAN: BE26 7360 3087 1629
info@axisfinance.be |
In het verleden hebben we reeds gesproken over welke uitgaven je als beroepskost mag aftrekken, en dit aan de hand van concrete voorbeelden. In dit artikel bekijken we de voorwaarden waaraan uw uitgaven moeten voldoen en gaan we dieper in op het begrip "een zekere en vaststaande schuld".
Een zekere en vaststaande schuld is een schuld of verlies die zeker bestaat en waarvan het bedrag op het einde van het boekjaar gekend is.
Voorwaardelijke schulden of verliezen, met name de schulden of verliezen waarvan het bedrag onderworpen is aan nog niet vervulde voorwaarden, of die afhankelijk zijn van een vonnis, een expertise, enz. zijn in principe uitgesloten.
Naast het feit dat het moet gaan over een zekere en vaststaande schuld, moeten uw uitgaven ook in hetzelfde belastbare tijdperk geboekt zijn. Met name, in het jaar dat de schuld is ontstaan (jaar van overeenkomst, contract,...), en niet in het jaar van de betaling ervan.
Om als beroepskosten te worden beschouwd moeten uw uitgaven voldoen aan vier voorwaarden:
Stel een vennootschap sloot in maart 2013 een huurovereenkomst af ten bedrage van € 500 per maand, met als gevolg dat zij in het jaar 2013 een bedrag van € 5.000 (10 maanden x € 500) aan huurgelden verschuldigd was. Hiervan werd € 1.000 (maanden november en december) betaald en geboekt in het jaar 2014.
Dit heeft als gevolg dat deze huurgelden (€ 1.000) verworpen kunnen worden bij een controle aangezien zij geboekt moesten worden in het jaar waarin zij zeker en vaststaand zijn geworden, met name in het jaar 2013.